donderdag 15 februari 2018

Het lekkerste worstenbroodje van Brabant en de rest van de wereld


Worstenbroodjes, een typisch Brabantse lekkernij, die al sinds mensenheugenis door diverse leden uit onze familie gebakken worden. Een traditie die van generatie op generatie overgaat. Mijn oma bakte al worstenbroodjes, mijn moeder bakt ze, mijn zus..., en nu heb ik mij er zelf onlangs ook aan gewaagd. Helemaal niet moeilijk eigenlijk, een kwestie van wat tijd en moeite. Maar de beloning is groot. Geen enkel fabrieks- of zelfs warme-bakker-broodje kan tippen aan een zelfgemaakt worstenbroodje!

Als ik vroeger uit school kwam - en de keukendeur opende - kwamen de geur en warmte je vaak al tegemoet. Lagen rijen met dampende en glimmende broodjes uitdagend op ons te wachten. Soms was ik ook getuige van het hele proces en zag ik mijn oma zichzelf, met een verbeten gezicht alsof ze iemand wilde wurgen, op een grote bol deeg storten. Knijpen, kneden en smijten om de gist en gluten te activeren. En met zo groot mogelijke kracht op het aanrecht smijten alsof ze met haar rimpelige wat ruim in het vel zittende knibbel-knabbel-knuistjes, in gevecht was met het monster uit de film Aliens.

Als het deeg dan aan het rijzen was in een grote kom met eenvochtige doek erover, mochten wij niet in en uit de keuken lopen, bang dat een zuchtje koelere lucht de kwetsbare massa in elkaar zou doen storten. Ondertussen werd het gehakt gemengd met ei, paneermeel, bouillonpoeder, peper, nootmuskaat en andere kruiden. Balletjes gehakt zo groot els een ei werden uitgerold tot duimdikke worstjes en klaargelegd om straks in het deeg gelegd te worden.

Met een scherp mesje werden gelijke delen van de grote witte bol deeg gesneden en uitgerekt tot een lapje ter grootte van een kleine hand. Zorgvuldig werd het worstje erin gelegd en als een loempia gerold, gevouwen en weer gerold. Overlappende delen werden bevochtigd zodat ze goed aan elkaar bleven plakken. De broodjes met de plaknaad omlaag op de ingevette bakplaat gelegd. We spreken hier nog van het pre-bakpapieren-tijdperk! Jaren zeventig en tachtig.

Met een vork prikte mijn oma, drie rijen van gaatjes in de broodjes om de stoom te kunnen laten ontsnappen. De druk wordt anders te hoog en het broodje kan openbarsten. Geen fraai gezicht zo'n opengereten broodje, al doet het aan de smaak niets af. Tenslotte werden de broodjes bestreken met een geklopt ei voor een mooi blos als ze straks uit de oven kwamen. En dan begon het lange wachten... 30 hele minuten.

Stiekem gluurden we tegen het einde van de baktijd door het beslagen ovenvenster om een glimp van het aankomende lekkers op te vangen. Tot we abrupt uit onze natte droom werden gehaald, want zo kun je dat wel noemen als het water je uit de mond loopt, door een schel belletje, teken dat de broodjes klaar waren.

Voorzichtig werden ze uit de oven gehaald en kwam er een pakje Blue Band tevoorschijn waarmee ze allemaal een aai over hun bol kregen, zodat ze nog meer gingen glimmen van gepaste trots. Daarna was het moment aangekomen waar je al die tijd op had gewacht, dat je moeder (of oma) er een in een rood-wit geblokt servetje wikkelde en je eindelijk je tanden kon zetten in dat ovenheerlijke eigengemaakte worstenbroodje.

Recept voor 20 worstenbroodjes

Het deeg (de makkelijke versie)
1 pak Koopmans witte broodmix (500 g)
2,5 - 3 dl melk
1 tl suiker
1 snufje zout
1 klont boter
scheutje olijfolie
Kan natuurlijk ook met een pond bloem en verse of gedroogde gist!

De vulling
600 g gehakt (300 g half-om-half en 300 g rundergehakt)
1 tl bouillonpoeder
1 ei (+1 extra ei voor het bestrijken)
Paneermeel, brood- of beschuitkruim
Vers geraspte nootmuskaat
Peper of likje sambal
1 teentje knoflook
1 klein uitje ragfijn gesnipperd
(Tuin)kruiden en specerijen naar smaak en voorkeur
Bijvoorbeeld wat gerookt paprikapoeder (pimenton)
Tip: In plaats van zelf gehakt te kruiden kun je ook verse worst van een goede slager gebruiken. Die is al helemaal op smaak. Alleen wel even het velletje verwijderen.

Volg de aanwijzingen op het pak. Kan bijna niet mislukken. Maak het deeg niet te nat, liever wat meer olie voor een soepeler beslag. Wel goed en lang kneden. Schuw het beter gooi- en smijtwerk niet. Laat het daarna op een warme plek rusten.

Meng ondertussen alle ingredienten voor de vulling. Maak 20 balletjes en van ca. 37 g per stuk en rol die uit tot duimdikke worstjes van ca. 10 cm. Leg in rijtjes klaar.

Snijd de helft van de deegbol en verdeel in 10 gelijke porties. Maak bolletjes en rol die uit tot lapjes ter grootte van je hand. Maak nat aan de bovenkant. Leg hier het worstje op. Rol een slag, sla de zijkanten naar binnen, plak met water en rol verder door. Zonodig nog met wat extra water 'plakken'.
Leg omgekeerd op een met bakpapier beklede bakplaat ruim van elkaar af. Geef 3 prikken met een vork per broodje en bestrijk met een geklopt ei. Vervolgens in 30 min. op 175 graden de eerste lading van twee afbakken in een voorverwarmde oven. Uit de oven bestrijken met boter, et voila! Een echt eigen Brabants worstenbroodje, tenzij je niet uit Brabant komt natuurlijk...

Serveertip: Oasis - Roll with It